Vragen?
Chat met Mike

Onderzoek politieke voorkeur in de bouw

Onderzoek politieke voorkeur in de bouw: PVV grootste partij


Onderzoek - maandag 20 november 2023

Woensdag 22 november kiest Nederland een nieuwe Tweede Kamer. En met thema’s als woningnood en het klimaat als belangrijke thema’s valt er ook zeker voor onze doelgroep wat te kiezen. Daarom vroegen wij in totaal 300 bouwprofessionals naar welke partij hun voorkeur uitgaat en waarom.


Als het aan de bouw ligt krijgen we een rechts kabinet. De PVV is met 41 zetels veruit de populairste partij onder bouwend Nederland, gevolgd door de BBB met 28 zetels. Samen zouden deze partijen dan dus al bijna een meerderheid vormen. Met potentiële coalitiepartners als NSC, VVD, FvD, SGP en CDA is het duidelijk welke kant Nederland wat betreft de bouw op beweegt.Traditionele arbeiderspartijen als de PvdA (samen met GroenLinks) en de SP spelen wat deze groep betreft geen rol.


Bewuste keuze voor partij met oog voor de bouw

Het ziet ernaar uit dat bouwvakkers het lot van hun beroepsgroep sterk meewegen bij de keuze in het stemhokje. Bijna de helft (47%) van de ondervraagde bouwlieden zegt namelijk bewust te stemmen op een partij die zich inzet voor de bouw.



Ruim driekwart (76%) geeft daarbij aan dat zij zich specifiek zorgen maken om de stikstofmaatregelen. Zij geven aan het eens te zijn met de stelling dat stikstofregels de bouw meer belemmeren dan dat ze het milieu beschermen. Hierbij is wel een heel duidelijk onderscheid te zien tussen de jongste generatie bouwvakkers en hun oudere collega’s. Waar van de 20- tot 30-jarigen ‘slechts’ 56% het eens is met de stelling, is dit onder dertigers, vijftigers en zestigers meer dan 80%. Ook 72% van de veertigers is de stikstofregels liever kwijt dan rijk.



Wantrouwen richting de politiek

Tot slot blijkt uit ons onderzoek dat veel Nederlanders met een baan in de bouw zich afvragen of politici zich wel in hen kunnen inleven. Bijna drie op de vier ondervraagden (72%) reageerde instemmend op de stelling dat de Haagse politiek zich onmogelijk kan verplaatsen in iemand met een fysiek beroep. Wederom blijken twintigers hier met 52% echter een stuk minder stellig in dan de oudere generaties (allemaal meer dan 70%).